Vol hoofd

Een gedachtestroom zonder einde en honderdduizend vragen in je hoofd. Ik denk dat we hier allemaal ooit mee te maken hebben. Het óverdenken van wat was, is en nog komen gaat. Je afvragen wat de ander van je vindt of twijfelen over genomen beslissingen.

 

Een vol hoofd! Het zorgt voor in- en doorslaapproblemen, heeft invloed op de concentratie en kan zorgen voor zeer uiteenlopend gedragsmatigheden, met name bij kinderen.

 

Laat ik er een aantal (met een knipoog) typeren:

  • 'De ratelaar’: een golf aan vragen en informatie wordt op je afgevuurd, het hoofd en de gedachten lijken geen moment rust te hebben.
  • 'De stuiterbal': zoveel gedachten in het hoofd die alle kanten uitschieten, het lichaam beweegt erin mee.
  • 'Het pipse gezichtje': niet bij iedereen uit dit volle hoofd zich naar buiten toe, bij veel kinderen uit een vol hoofd zich in een fysieke klacht, zoals hoofdpijn of buikpijn.
  • 'De laat-me-met-rust': Volle hoofden kunnen zo overweldigend zijn dat je niks anders wilt dan met rust gelaten worden, even de rust en stilte opzoeken, lekker teruggetrokken op de slaapkamer of verstopt achter het beeldscherm.

Volle hoofden hebben zelden te maken met een te drukke planning of te lange takenlijst, maar ontstaan door de gedachten die we hierover hebben.

 

Doe ik het wel goed? Lukt me dat wel? Wat nou als...? Wat vindt hij er echt van? Heb ik dat wel goed begrepen? Ik wil dat eigenlijk niet, maar kan ik dat wel zeggen? Wat heb ik gedaan dat mama boos werd? Volgens mij voelt papa zich niet helemaal blij, zou dat door mij komen?

 

Volle hoofden vragen om overzicht, helder krijgen welke gedachten voor volheid zorgen. Pas als er structuur is aangebracht in het volle hoofd kunnen hulpbronnen ingezet worden.

 

Tips:

Visueel maken van het volle hoofd. Wetenschappelijk onderzoek heeft uitgewezen dat het brein informatie dieper verwerkt wanneer deze visueel wordt aangeboden. Tevens is het voor kinderen heel fijn om regie te ervaren over het volle hoofd.

 

  • Pak een aantal gekleurde veters en maak er een bol van. Elke veter staat voor een gedachte die deelneemt aan het volle hoofd. Trek een veter uit de bol, schrijf de kleur van de veter op en noteer de gedachte. Zo krijg je een rij van gedachtes op papier en een bol met veters die ontrafeld is.
  • Teken een hoofd en schrijf in het brein alle gedachten, geef met groen, oranje en gele stift aan welke gedachten prioriteit hebben en welke niet. Of welke gedachten fijn, neutraal en vervelend zijn.
  • Pak een vel karton en teken hier puzzelstukken op die in elkaar passen. Knip ze uit en schrijf op elk puzzelstuk een gedachte. Hussel alle stukjes door elkaar en leg vervolgens de puzzelstukken 1 voor 1 op de juiste plek totdat de puzzel gevormd is.

Zodra er structuur is aangebracht in alle gedachten kun je samen met jullie kind bespreken welke gedachten het hardste roept, klopt deze gedachte? Waar komt hij vandaan? En wat heeft zou er nodig zijn om wat rust te krijgen in deze gedachte?

 

 

 

 

 

 

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.